Roadtrip door het centrale hoogland van Madagascar

Eindelijk is het zover: we gaan naar Madagascar. Onze familiereis van Sawadee begint in de hoofdstad Antananarivo, vanwaar we de hoofdweg RN7 nemen door het centrale hoogland van Madagascar.

Veel vervoer in het centrale hoogland van Madagascar is per zeboe-kar

Madagascar ken je waarschijnlijk van de film, en van de unieke natuur die je ook in die film ziet. Met ringstaartmaki’s in het tropisch regenwoud.

Maar in een groot deel van Madagascar is dat regenwoud niet meer te vinden. Vooral niet in het centrale hoogland. Gelukkig zijn er nog wel veel andere bezienswaardigheden.

De RN7 is de belangrijkste, en ook de beste weg in heel Madagascar. Hij loopt van de hoofdstad (Tana in het kort) naar het Zuiden. De weg is geasfalteerd, maar kent veel hobbels en gaten, vooral naarmate we verder van de hoofdstad komen. Maar laten we beginnen bij het begin.

Aankomst in Antananarivo

In het vliegtuig naar Madagascar

Na een redelijk voorspoedige vlucht via Parijs komen we laat aan in de avond. Zeb heeft vlak voor de landing overgegeven en heeft nog buikpijn. Dat wordt opgemerkt door het personeel op de luchthaven, waardoor we uit de rij gehaald worden.

Zeb wordt meegenomen en krijgt een pilletje. Ze willen hem ook een injectie geven maar dat vinden we geen goed idee. Even later mogen we door de douane en blijkt dat we hierdoor veel sneller zijn dan onze reisgenoten, die pas een half uur later door de douane komen.

We pinnen een paar miljoen (!) Aryari’s en gaan op weg naar het hotel. Bij het hotel gaan we snel naar onze bedjes.

De volgende dag mogen we een klein beetje uitslapen, dat is ook voorlopig voor het laatst. Na het ontbijt nemen we een kijkje buiten op straat, maar we worden direct aangevallen door allerlei verkopertjes en bedelaars. Met mooie spulletjes, maar ze zijn veel te opdringerig.

We gaan op weg

Dorp in het centrale hoogland van Madagascar vanuit de bus gezien

Even later vertrekken we met de bus richting Antsirabe. Maar het eerste uur rijden we nog door de hoofdstad Antananarivo.

We kijken onze ogen uit naar alle bedrijvigheid op straat. Antananarivo is gebouwd op verschillende heuvels. We zien mooie gebouwen zoals het presidentieel paleis, maar we komen ook door krottenwijken.

Het is typisch Afrikaans, maar ook met Aziatische invloeden. Als we de buitenwijken bereiken zien we ook de eerste rijstvelden. De meesten zijn niet zo groen, omdat het winter is.

Onderweg stoppen we bij het Sisaony K-Park om te picknicken. Een leuke plek aan een meertje, waar vooral lokale gezinnen aan het picknicken zijn. We lopen een rondje, worden uitgenodigd om een hapje rijst mee te eten, en trappen een balletje met de kinderen.

De aluminium industrie van Ambatolampy

In bakstenen oventjes wordt de aluminium verhit

Een tweede tussenstop maken we in Ambatolampy. Dit is het centrum van de aluminium industrie, en daar gaan we een kijkje nemen.

Industrie blijkt een groot woord, op een pleintje staan wat ovens, gemaakt van bakstenen. Hier worden potten aluminium verhit.

Vervolgens worden in de hutjes er omheen mallen gemaakt met een speciaal soort zwart zand, wat flink aangestampt wordt. Dan gaat het gloeiende aluminium erin. Het wordt aangestampt en het overtollige aluminium wordt er uitgetapt. En even later is de aluminium pan klaar.

In een ander hutje worden de pannen en deksels nog geslepen met motortjes die ze hard in de rondte laten draaien. Het is wel duidelijk dat dit allemaal zwaar en ongezond werk is. Terwijl er ook nog kinderen tussendoor aan het spelen zijn.

Residence Madelief in Antsirabe

De tuin en restaurant bij Residence Madelief

Even later komen we bij Antsirabe aan. Een koloniale stad waar we vooral veel pousse pousses zien, een soort riksja’s die ofwel te voet ofwel met een fiets worden voortgetrokken. Maar we rijden eerst door naar onze accommodaties bij Residence Madelief.

Residence Madelief is opgezet door een Nederlandse vrouw, die onder andere ook een weeshuis heeft opgezet. De residence biedt werkgelegenheid aan jongeren en alleenstaande moeders.

Het is een prachtig complex met mooie bungalows, en een uitstekend restaurant waar we van de lokale Malagassy gerechten genieten.

Wandelen bij het meer van Tritriva

Even poseren bij het mooie kratermeer van Tritriva

De volgende dag gaan we op weg naar het Tritriva meer. Dit is een mooi kratermeer in een uitgedoofde vulkaan.

Als we aankomen worden we weer belaagd door allerlei verkoopstertjes met vooral mooie stenen. Pas wanneer we de krater inlopen haken ze af, om ons weer op te wachten als we terugkeren.

Het meer is mooi, en het is vooral leuk om even aan de oevers te zitten en relaxen. In een klein uurtje lopen we er omheen.

De gids geeft aan dat we nog een wandeling kunnen maken naar het restaurant waar we lunchen, maar dat dat in ons tempo wel 4 uur duurt. We kiezen dus voor een kortere versie van 2 uur waarbij de bus ons halverwege oppikt. Eén van de families, met ervaren wandelaars besluit de lange versie te doen.

Op de korte wandeling komen we door diverse dorpjes, waar we een bezienswaardigheid zijn voor de lokale bevolking. En zij ook voor ons.

Bakstenen maken

Een man smijt klei in de baksteen-vorm

Ook wandelen we door de rijstvelden, en zien hoe ze daar bakstenen aan het maken zijn. Dit is een bezigheid voor in de winter, wanneer er weinig rijst verbouwd kan worden.

De mannen maken klei van verschillende soorten grond, smijten dat in een vorm, strijken het af en leggen de toekomstige steen dan te drogen. Later worden de gedroogde stenen op elkaar gestapeld als een soort oven om ze af te bakken.

Het is een prachtige wandeling, waarin we op afgelegen weggetjes regelmatig opzij moeten om karren voortgetrokken door zeboe’s door te laten.

Opzij voor de zeboe's

We komen ook langs graftombes, waar de lijken eens in de zeven jaar uitgehaald worden. Dan wordt er een ceremonie gehouden om de dode op de hoogte te brengen van de gebeurtenissen van de afgelopen zeven jaar. Dan nieuwe doeken er omheen en in processie terug naar de graftombe.

Een ritje in de pousse pousse

Sabine en Tycho in een pousse-pousse in Antsirabe

In de middag bezoeken we dan de stad Antsirabe. En daar hoort natuurlijk een ritje in de pousse pousse bij. In no-time komen tientallen pousse pousse bestuurders rond onze bus staan. Met daarbij ook nog diverse verkopers van allerlei souvenirs.

Gekkenhuis dus, maar onze gidsen weten een deal te sluiten en we wurmen ons allemaal met tweetallen in een karretje.

De bestuurders zetten het op een lopen, en de verkopers rennen nog een eindje mee om hun waren te tonen. Maar even later zijn we ze kwijt, tijdelijk dan.

Een slager op de markt in Antsirabe

We maken een rondje door het koloniale deel van de stad, met het mooie oude station als hoogte- en rustpunt. Na een korte fotostop worden we weer teruggereden naar de bus. Daar kopen we nog een paar mooie T-shirts van de verkopers en dan rijden we weer weg.

Naar een ander deel van de stad, waar we inkopen doen bij de supermarkt, of bij de traditionele markt. Die laatste is een hele belevenis, met slagers, visverkopers, groente, maar ook naaisters en westelijke waren.

We stoppen ook nog even bij een kunstenaar die mooie fietsjes, autootjes en pousse poussejes maakt van allerlei rest-materialen. Erg leuk om te zien, en Patrick kon het natuurlijk niet laten om een pousse pousse te kopen.

Lange rijdag naar Ambalavao

We komen verschillende kuddes zeboe tegen op weg naar Ambalavao

De volgende dag maken we ons op voor een lange rijdag. We staan vroeg op, en zitten ook vroeg in de bus, die ons naar Ambalavao moet brengen.

Dit is de stad van de grootste zeboe-markt, maar die gaan we niet bezoeken. Wel komen we onderweg diverse kuddes tegen, die waarschijnlijk van de markt komen en vervolgens dagenlang met hun nieuwe eigenaren op pad moeten.

We maken een paar stops, onder andere bij een distilleerderij waar ze olie winnen uit planten. En bij een mooie plek waar een lokale jongen onze eerste kameleon in Madagascar toont. Wat een mooie!!

Bij Ambalavao logeren we bij Betsileo Country Lodge. Een prachtig plekje waar we jammer genoeg maar één nachtje blijven.

De eerste Ringstaartmaki’s bij Anja reservaat

Tycho spot een ringstaartmaki

De volgende ochtend vinden we nog een kameleon in de tuin van Betsileo maar dan is het tijd om te vertrekken. We rijden 10 kilometer naar het Anja reservaat waar we een wandeling gaan maken.

Al snel spotten we de ringstaartmaki’s die hier leven. Wat een leuke beesten zijn dit. We kunnen heel dichtbij komen omdat ze dat wel gewend zijn. Tycho leeft zich helemaal uit met het maken van foto’s, en wij ook.

We wandelen door in het reservaat om de rotsen te beklimmen. Hier komen we nog 3 verschillende kameleons tegen, plus hagedisjes, rupsjes en andere kleine diertjes.

Prachtig uitzicht vanaf de rotsen in het Anja reservaat

De jongens vinden het ook helemaal geweldig om omhoog te klimmen op de rotsen. Eenmaal boven worden we getrakteerd op prachtige uitzichten over het omliggende land. We zien ook nog een paar kleine olifantsboompjes, die we omdopen tot mini-baobabs. We blijven hopen op de echte baobabs, maar dit is alvast wat.

Baobabs gespot!!

De kinderen in het dorp Zazafotsy kijken vreemd toe hoe wij de baobabs knuffelen

We rijden door en stoppen bij het paus-hoedje, een rotsformatie die lijkt op… inderdaad. Ook stoppen we om te lunchen in het landschap, waar een suikerriet knagend meisje een kijkje bij ons komt nemen.

De bevolking hier is wat armer dan in het Noorden, maar is kleurrijk gekleed en leeft in bakstenen huisjes met rieten daken.

Plots wordt er hard geroepen in de bus om te stoppen. Er zijn baobab bomen gespot!! Volgens reisleidster Dorian zouden we ze waarschijnlijk niet tegenkomen deze reis, maar er staan er toch een paar in het dorpje Zazafotsy.

We stappen allemaal uit en maken een paar foto’s met deze bijzondere bomen, die met de ringstaartmaki’s en kameleons toch symbool staan voor Madagascar. Ook leuk zijn de kinderen in het dorpje, die maar wat graag met ons op de foto gaan.

Zwembad bij Motel d’Isalo

We zwemmen in het het zwembad van motel d'Isalo

We komen aan bij Motel d’Isalo, aan de rand van het Nationale Park Isalo. Hier kunnen we een duik nemen in het zwembad, wat we ook meteen doen.

Alleen is het water wel erg koud… Gelukkig kunnen we nog even opwarmen in de zon voordat die ondergaat.

We hebben hier het meest zuidelijke punt van onze reis door het centrale hoogland van Madagascar bereikt. De volgende dag bezoeken we het Nationale Park Isalo.

Meer informatie over dit geweldige land vind je op de pagina Madagascar met kinderen.


Vind je deze pagina leuk? Klik op de knop hieronder!

(Zie je de knop niet? Log dan in op je Facebook account en/of geef Facebook toestemming om cookies te gebruiken)