Koh Chang betekent 'olifanten eiland' in het Thais. Logisch dus dat hier ook olifanten te vinden zijn. Wij gaan ze bezoeken bij één van de olifantenkampen op het eiland.
Op Koh Chang verblijven we bij Beach resort Amber Sands. Op het resort verblijft ook een ander Nederlands gezin met kinderen. Met name de jongste twee zoontjes kunnen het prima met onze jongens vinden.
Terwijl de jongens met elkaar spelen, maken de ouders plannen om een bezoek te brengen aan de olifanten op het eiland.
Op Koh Chang zijn twee plekken waar je olifanten kunt bewonderen. Bij het ene kamp, aan de westkust, zijn we al eens langsgereden. Hier gaan we niet heen. We hebben namelijk gehoord dat ze hier niet zo goed met de dieren omgaan.
De ander, Ban Kwan Chang zit aan de noordkant van het eiland en ligt dichter bij de jungle. We besluiten hier heen te gaan. Op naar de dikhuiden.
En dan is de dag aangebroken dat we olifanten gaan bekijken. Een medewerker van Amber Sands, Julian, brengt ons naar het kamp: Ban Kwan Chang. Vanaf de rondweg om het eiland heen rijden we naar de noordkant. Daar gaan we een zijweg in, richting de jungle.
Na een tijdje komen we aan bij het kamp. En ja hoor; daar zien we de olifanten al staan. We worden hartelijk verwelkomd met wat fruit en een drankje.
Er hangt hier een relaxte sfeer. De mensen hier lijken zich echt te bekommeren om het welzijn van de olifanten. En daarbij ook om de toeristen. Die zijn hard nodig voor de financiering!
Ban Kwan Chang blijkt aangesloten bij de Asian Elephant Foundation. Het doel van dit kamp: olifanten opvangen en verzorgen. De Asian Elephant Foundation spant zich namelijk in om de Aziatische olifantenpopulatie in stand te houden. En dat is nodig; het aantal olifanten is sterk afgenomen op het vasteland van Thailand.
Er leven gemiddeld acht olifanten in Ban Kwan Chang. Allemaal hebben ze een eigen karakter en allemaal hebben ze in het verleden, voordat ze in het kamp terechtkwamen, andere werkzaamheden uitgevoerd.
En dan is het zover; we staan oog in oog met de dikhuiden. Van de verzorgers van het kamp krijgen we een mandje met bananen. Niet voor ons, maar om de olifanten mee te voeren. Zelf krijgen we een heerlijke kokosnoot om uit te drinken.
Tijdens het voeren zijn de jongens best aardig onder de indruk. Toch voeren ze dapper fruit aan de grote beesten.
Dan gaan we nog even badderen met de olifanten. Voordat wij het water ingaan, gaan eerst de olifanten de rivier in. Daarna mogen we naar ze toe zwemmen en gaat het wassen beginnen.
Zeb en Patrick gaan eerst. Met een borstel schrobben ze de kop en rug van de olifanten. Daarna is het de beurt aan Tycho en ik. ik ben een beetje voorzichtig en bang het dier pijn te doen.
Daar moet Patrick erg om lachen. 'Die beesten hebben een olifantenhuid' hoor ik hem zeggen. Het is leuk om de stekelige haren van de olifanten te voelen. Tycho heeft de olifant behoorlijk schoon gepoetst en is apetrots op zichzelf.
Na het avontuur met de olifanten worden we door Cheryll opgehaald en teruggebracht naar Amber Sands. Daar gaan we de middag lekker relaxen.
De lunch bestaat uit de lekkerste curry die we tot nu toe in Thailand hebben geproefd. Wat is het eten toch lekker in Thailand.
Later die middag gaan Patrick en Tycho kajakken en zwem ik met Zeb in de zee.
Als aan het eind van de middag de Nederlandse familie met de vriendjes van onze jongens terugkomt van hun dagtocht, hebben wij geen kind meer aan Zeb en Tycho. Voor de afwisseling best even lekker als ze zo heerlijk met elkaar aan het spelen zijn.
(Zie je de knop niet? Log dan in op je Facebook account en/of geef Facebook toestemming om cookies te gebruiken)